Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in Nederland neemt verder af. De Kamer van Koophandel meldt dat op 31 januari ruim 4000 minder zzp’ers stonden ingeschreven dan een maand eerder.
Gevolg van strengere regels tegen schijnzelfstandigheid
Deze daling komt niet onverwacht. Sinds begin dit jaar is het verboden om schijnzelfstandigen in te zetten binnen bedrijven en organisaties. Dit zijn zzp’ers die officieel als zelfstandig ondernemer werken, maar in de praktijk vergelijkbaar werk doen als vaste medewerkers. Bedrijven die schijnzelfstandigen inhuren, riskeren boetes van de Belastingdienst.
Voorlopig worden deze boetes nog niet uitgedeeld, zodat organisaties tijd hebben om zich aan te passen aan de nieuwe regels.
Zorgsector ziet veel zzp’ers vertrekken
Een van de sectoren die sterk geraakt wordt, is de gezondheidszorg. Zorgorganisatie Careyn heeft besloten om per 1 april te stoppen met het inhuren van zzp’ers en probeert hen te overtuigen in loondienst te komen. Om de overstap aantrekkelijker te maken, biedt Careyn flexibiliteit in het aantal werkuren. “De ene week 30 uur werken, de andere minder, zodat je beter kunt afstemmen op het rooster van je partner,” legt manager Heleen Poortvliet uit.
Een van de zorgmedewerkers die al de overstap maakte, is verpleegkundige Sandra Schanck-Breukel. Na jarenlang als zzp’er te hebben gewerkt, koos ze eind vorig jaar voor een vast dienstverband. “Er was zoveel onrust over wat er zou gebeuren met zzp’ers. Ik dacht: ik kan afwachten of het voor zijn,” zegt ze.
Als zelfstandige had ze de vrijheid om haar eigen rooster te bepalen en kon ze kiezen waar en wanneer ze werkte. Toch waardeert ze nu vooral de zekerheid van haar vaste contract. “Ik had alleen een proeftijd van twee maanden, daarna direct een vaste aanstelling. Dat vind ik heel goed.”
Toch voorziet Poortvliet niet dat het overstappen van zzp’ers voldoende zal zijn om alle roosterproblemen op te lossen. “We zullen de zorg anders moeten organiseren, bijvoorbeeld door bepaalde taken af te schalen of door medewerkers te vragen meer uren te werken.”
Trendbreuk in groei van zzp’ers
Volgens hoogleraar ondernemerschap Joris Knoben (Tilburg School of Economics and Management) is de huidige afname in het aantal zzp’ers niet extreem, maar wel een duidelijke trendbreuk. “Als de daling sneller gaat, kan dat echt ontwrichtend werken. Stel dat er in de zorg plotseling tienduizenden zzp’ers per maand stoppen, dan heb je een groot probleem.”
Vooral de zorgsector zag een flinke daling, met bijna 2000 zelfstandigen minder in slechts één maand. Dit is niet verrassend, gezien de grote afhankelijkheid van zzp’ers in deze sector.
Waar de afgelopen jaren maandelijks gemiddeld duizend zzp’ers bij kwamen, is er nu een netto-afname van tweeduizend. “Dat is echt een verandering ten opzichte van de groei die we eerder zagen,” concludeert Knoben.