De spanning rondom het advies van de Raad van State over twee wetsvoorstellen van minister Faber, die het asielbeleid moeten versoberen, neemt toe. Hoewel het officiële advies pas maandag wordt verwacht, melden meerdere media dat het hoogste adviesorgaan van de regering kritiek zal uiten.
Onzekerheid over de ernst van de kritiek
Hoe scherp deze kritiek zal zijn, is nog onduidelijk. Er circuleren verschillende berichten over de aard van het advies. Sommige bronnen spreken van stevige kritiek en stellen dat de wetsvoorstellen moeilijk uitvoerbaar zijn. Andere media melden dat er weliswaar kritiek is, maar dat de Raad van State de uitvoering van de wetten niet als onmogelijk beschouwt.
De Raad van State doet voorafgaand aan de officiële publicatie geen uitspraken over zijn adviezen. Haagse bronnen denken te weten welke richting het opgaat, maar een eenduidig beeld ontbreekt. Er lijkt kritiek te zijn op de uitvoerbaarheid, maar de mate waarin deze wetten werkbaar zijn, wordt verschillend beoordeeld. Sommige insiders menen dat de voorstellen met enkele aanpassingen uitvoerbaar zijn, terwijl anderen grotere twijfels hebben, ook met betrekking tot Europese regelgeving.
Coalitie verdeeld over aanpak asielbeleid
Binnen de coalitie heeft het asielbeleid al meerdere keren voor spanningen gezorgd. De partijen zijn het erover eens dat de instroom van asielzoekers omlaag moet, maar verschillen van mening over de aanpak. Vooral NSC en PVV staan hier lijnrecht tegenover elkaar.
De PVV pleit voor een zo snel mogelijke aanscherping van het asielbeleid. NSC, daarentegen, benadrukt het belang van zorgvuldigheid en juridisch houdbare wetgeving. Eerder werd het door de PVV gewenste noodrecht, mede door druk van NSC, geschrapt. Dit noodrecht zou het kabinet in staat hebben gesteld om asielmaatregelen te nemen zonder voorafgaande goedkeuring van de Tweede en Eerste Kamer. Voor NSC was dit een stap te ver.
Na het wegvallen van het noodrecht heeft minister Faber zich gericht op nieuwe wetgeving die volgens haar moet leiden tot “het strengste asielbeleid ooit”.
Twee wetsvoorstellen ter discussie
De twee wetsvoorstellen hebben elk een specifiek doel. Het eerste introduceert een tweedelig statussysteem voor asielzoekers, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen individuen die persoonlijk gevaar lopen vanwege hun afkomst, religie of seksuele geaardheid, en groepen die vluchten voor oorlog of natuurgeweld. Alleen de laatste groep zou een tijdelijke verblijfsstatus krijgen, terwijl nu nog geen onderscheid wordt gemaakt.
Het tweede wetsvoorstel beperkt de duur van de tijdelijke verblijfsvergunning voor asielzoekers, waarbij deze wordt teruggebracht van vijf naar drie jaar. Over deze plannen is eerder al kritiek geuit door de Raad voor de Rechtspraak, met name vanwege de gevolgen voor de uitvoerbaarheid, oplopende wachttijden en werkdruk.
De Raad van State kan de wetsvoorstellen beoordelen met een advies variërend van A tot D. Dit geeft aan in hoeverre een wet juridisch houdbaar en uitvoerbaar is. Sommige bronnen suggereren dat beide wetten een “oordeel C” krijgen, wat betekent dat er kritiek is, maar dat ze met aanpassingen kunnen worden ingediend. Andere bronnen speculeren over een “oordeel D”, wat betekent dat de wetsvoorstellen fundamentele problemen hebben en moeilijk door te voeren zullen zijn.
Wilders verliest geduld
PVV-leider Geert Wilders reageerde fel op de berichtgeving en stelde op X (voorheen Twitter) dat de wetten er hoe dan ook moeten komen. Hij benadrukte dat hij geen verdere vertraging of wijzigingen in het asielbeleid accepteert. Al voor het kerstreces gaf Wilders aan dat zijn geduld op was en dat hij niet bereid is om verdere concessies te doen.