De Servische politie zou journalisten en activisten illegaal hebben bespioneerd. Dat concludeert mensenrechtenorganisatie Amnesty International na eigen onderzoek. De praktijken roepen grote zorgen op over persvrijheid en mensenrechten in Servië.
Illegale surveillance ontdekt
Amnesty stelt dat de Servische autoriteiten op grote schaal gebruikmaakten van onrechtmatige surveillance. Dit zou gericht zijn op onafhankelijke journalisten en activisten die kritiek uitten op de regering. De organisatie baseert zich op getuigenissen, documenten en technische analyses die wijzen op schendingen van privacyrechten.
Een aanval op persvrijheid
De acties van de politie vormen volgens Amnesty een directe bedreiging voor de persvrijheid in het land. Journalisten worden in hun werk belemmerd en voelen zich steeds vaker geïntimideerd. Activisten die zich inzetten voor mensenrechten of tegen corruptie, zeggen ook doelwit te zijn van intimidatie en toezicht.
Internationale kritiek neemt toe
Het rapport van Amnesty komt op een moment dat Servië al onder druk staat van internationale organisaties. De Europese Unie en andere waarnemers hebben eerder zorgen geuit over de toenemende autoritaire praktijken in het land. De roep om een onafhankelijk onderzoek en actie vanuit de regering wordt steeds luider.
Reactie vanuit Servië
Tot nu toe ontkent de Servische regering de beschuldigingen van Amnesty. Volgens hen wordt er geen onrechtmatig toezicht gehouden en voldoen alle acties aan de wet. Desondanks blijven critici benadrukken dat er meer transparantie en bescherming nodig is voor journalisten en activisten.