In Noordwest-Syrië zijn hevige gevechten uitgebroken tussen het regeringsleger en rebellen, met name in de provincie Aleppo. Rebellen hebben onlangs aanzienlijke delen van Aleppo ingenomen, wat het Syrische leger ertoe heeft gebracht versterkingen te sturen om verdere opmars te voorkomen.
Escalatie van het conflict
De frontlinies in de Syrische burgeroorlog zijn in korte tijd aanzienlijk verschoven. Onafhankelijke informatie is schaars, aangezien journalisten nauwelijks toegang hebben tot het gebied. Desondanks bevestigen meerdere bronnen dat er zware bombardementen plaatsvinden, uitgevoerd door de Syrische luchtmacht met steun van Rusland. Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn bij deze gevechten in vijf dagen tijd ruim 370 mensen omgekomen, waaronder tientallen burgers, meer dan honderd militairen en ruim 200 rebellen.
Reactie van de regering
President Assad heeft aangekondigd het land te blijven verdedigen tegen “terroristen en hun aanhangers”. Het regeringsleger heeft een groot tegenoffensief aangekondigd om het verloren terrein te heroveren. In de omgeving van Aleppo heeft het leger echter meer terrein verloren; rebellengroepen hebben twee plaatsen en een luchtmachtbasis ingenomen. Foto’s tonen rebellen die een straaljager hebben buitgemaakt in de omgeving van Aleppo.
Internationale betrokkenheid
Turkije speelt een actieve rol in het conflict. De jihadistische groepering Hayat Tahrir al-Sham (HTS), met naar schatting 15.000 strijders, wordt gesteund door door Turkije aangestuurde gewapende groeperingen. Deze groepen vechten ook tegen Koerdische milities om te voorkomen dat zij gebied in handen krijgen. Ondertussen heeft Iran, een belangrijke bondgenoot van het Syrische regime, zijn minister van Buitenlandse Zaken naar Damascus gestuurd voor overleg en zal binnenkort ook met Turkije overleggen.
