De regeringscommissaris voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, Mariëtte Hamer, heeft haar bezorgdheid geuit over de voortgang van de werkcultuurverbetering binnen de publieke omroepen. Ondanks de initiatieven van de NPO en de omroepen om de sociale veiligheid te vergroten, constateert Hamer dat er tien maanden na het verschijnen van het rapport-Van Rijn onvoldoende vooruitgang is geboekt.
In haar derde reflectiebrief over de sociale veiligheid bij de publieke omroep spreekt Hamer van een wisselend beeld. “We zien goede initiatieven die hun vruchten beginnen af te werpen. Tegelijkertijd zijn de plannen niet overal even sterk en gelooft niet iedereen dat het echt veilig gaat worden op de werkvloer.” Ze benadrukt dat Hilversum meer moet doen om een structurele cultuurverandering te bewerkstelligen.
In februari publiceerde de commissie-Van Rijn een rapport over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep. Dit onderzoek werd ingesteld naar aanleiding van berichtgeving over misstanden bij het televisieprogramma De Wereld Draait Door en een onveilige werkcultuur bij NOS Sport. Het rapport bevatte aanbevelingen, waarna de publieke omroepen en de NPO plannen opstelden om de cultuur op de werkvloer te verbeteren.
Volgens Hamer is er op veel plekken op de werkvloer weinig of zelfs geen vertrouwen, omdat omroepen beloften niet zijn nagekomen en veranderingen niet te merken zijn. Dit wordt versterkt door berichten in de media over situaties bij WNL, Ongehoord Nederland en de NTR. Ze wijst erop dat het feit dat mensen zich uitspreken voortkomt uit de cultuurverandering, maar dat dit wel kan leiden tot minder vertrouwen in bestuurders en toezichthouders.
Toch vindt ze het niet alleen negatief dat dit soort berichten in de media verschijnen. “Dit leidt ertoe dat we in de hele samenleving het gesprek voeren over hoe we met elkaar omgaan.”
Hamer stelt dat het belangrijk is dat de NPO en de omroepen het thema net zo belangrijk vinden als toen het rapport van de commissie-Van Rijn naar buiten kwam. Het is geen “afvinklijstje” maar een continu proces waarin moet worden geëvalueerd en bijgestuurd, stelt Hamer.
“De NPO staat aan de vooravond van een gigantische bezuiniging”, zegt ze. Het kan er daarom volgens haar toe leiden dat de aandacht voor het thema verslapt. “Dat mag niet gebeuren.”
Grotere omroepen hebben hun plannen vaak beter uitgewerkt met duidelijke en meetbare doelen. De regeringscommissaris denkt dat omroepen van elkaar kunnen leren. De sociale veiligheid verbetert volgens Hamer als medewerkers zien dat de leiding het thema serieus neemt.
Sociale veiligheid moet volgens Hamer een “topprioriteit” zijn bij de hervorming van de publieke omroepen. Hoe het omroepbestel nu is georganiseerd, staat cultuurverandering in de weg, vindt ze. Dat komt doordat medewerkers, die vaak zzp’er zijn of een tijdelijk contract hebben, het moeilijk vinden om een klacht in te dienen of zich uit te spreken tegenover een leidinggevende.
Hamer raadt aan te kijken naar hoe het toezicht op sociale veiligheid bij de omroepen geregeld is. Ze ziet daarbij een grotere rol voor de raden van toezicht en externe toezichthouders. “Een actieve betrokkenheid van hen is noodzakelijk”, zegt ze.
Minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakte vandaag bekend eenmalig 3,6 miljoen euro extra te besteden aan de NPO om de sociale veiligheid te verbeteren. Dit jaar wordt daar 2,8 miljoen euro voor uitgetrokken en volgend jaar nog eens 800.000 euro.