Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een databank opgezet met inktsporen van geldautomaten om plofkrakers te identificeren. Deze verzameling helpt politie en justitie om verdachten te koppelen aan specifieke plofkraken.
Veiligheidsinkt als opsporingsmiddel
Banken voegen veiligheidsinkt toe aan geldcassettes in geldautomaten. Bij een plofkraak wordt het geld besmeurd met deze onuitwisbare inkt, waardoor het onbruikbaar wordt. De inkt komt niet alleen op de bankbiljetten terecht, maar ook op de kleding van de daders. Wanneer de politie inktbevlekte voorwerpen of kledingstukken vindt, stuurt ze deze naar het NFI voor analyse. Elke veiligheidsinkt heeft unieke eigenschappen. Door microscopisch onderzoek kan het NFI vaststellen uit welke geldautomaat de inkt afkomstig is.
Onderzoeker Michiel Grutters van het NFI legt uit: “We onderzoeken of dezelfde inkt met dezelfde kenmerken is gebruikt bij een plofkraak.” Dit kan aantonen dat een verdachte in contact is geweest met het gestolen geld en mogelijk betrokken is bij de misdaad.
Plofkraakspecialist Jos van der Stap van de politie voegt toe: “Regelmatig treffen we verdachten aan met inkt op hun handen of in hun voertuig.” Het inktonderzoek kan dan bewijzen dat zij op de plaats delict aanwezig waren.
Internationale samenwerking en resultaten
De databank van het NFI bevat inktgegevens van geldautomaten uit zowel Nederland als Duitsland. Twee jaar geleden voerde het NFI vier inktonderzoeken uit; dit jaar zijn dat er al zeventig. Deze toename is vooral te wijten aan het hoge aantal plofkraken in Duitsland, waar in de afgelopen vijf jaar meer dan 100 miljoen euro is buitgemaakt, voornamelijk door Nederlandse criminelen. Door verbeterde beveiligingsmaatregelen in Nederland verleggen deze criminelen hun activiteiten naar het buitenland.
Duitse banken hebben hun beveiliging aangescherpt, wat heeft geleid tot een daling van het aantal plofkraken: van 370 vorig jaar naar 165 dit jaar. Deze afname is ook te danken aan de arrestatie van tientallen Nederlandse plofkrakers.
Toch verplaatsen criminelen hun activiteiten naar andere Europese landen, zoals Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk en Tsjechië. Het NFI streeft ernaar de databank uit te breiden met inktgegevens uit deze landen. Dit initiatief vormt een waardevolle aanvulling op de bestaande glasdatabank, die helpt bij het herleiden van glassplinters naar specifieke plaatsen delict, zoals bij plofkraken.