Op het Sovjet Ereveld in Leusden zijn de stoffelijke resten van drie leden van een Armeens bataljon, die in 1944 door de Duitsers in Nederland zijn geëxecuteerd, geïdentificeerd.
Een van hen is Girsj Bogdanov, een Joodse soldaat die aanvankelijk voor het Sovjetleger vocht tegen de Duitsers. In 1941 of 1942 werd hij krijgsgevangen genomen. De Duitsers boden Armeniërs en Georgiërs de mogelijkheid om voor nazi-Duitsland te vechten, wat Bogdanov aannam, vermoedelijk om te ontsnappen aan de erbarmelijke omstandigheden van Sovjetkrijgsgevangenen. Zo kwam hij, samen met duizenden andere Sovjetsoldaten, in Nederland terecht om de kust te verdedigen tegen een geallieerde invasie.
Sommige van deze soldaten probeerden de Duitse inspanningen te saboteren. Bogdanov en twee anderen maakten in 1944 deel uit van een groep die naar het bevrijde zuiden van Nederland probeerde te vluchten. Hun doel was de geallieerden te overtuigen een opstand tegen de Duitsers te ondersteunen. Ze werden echter gearresteerd en op 9 december 1944 in Middelharnis geëxecuteerd en begraven.
Na de oorlog zijn hun lichamen overgebracht naar het Sovjet Ereveld in Leusden, waar ze werden herbegraven met alleen hun voornamen vermeld. Door onderzoek naar deze voornamen, getuigenissen van overlevenden en archiefmateriaal uit Armenië is nu de identiteit van drie van hen vastgesteld.
Een van hen is Ruben Melkonjan, een Armeniër. Zijn kleinzoon heeft aangegeven dat het voor hem en zijn familie van groot belang is te weten wat er met zijn grootvader is gebeurd en waar hij begraven ligt. Hij is van plan in december naar Nederland te komen om het graf van zijn grootvader te bezoeken.