Recent onderzoek van de Universiteit Utrecht toont aan dat kinderen die tijdens de coronapandemie peuter waren, een beperktere woordenschat hebben ontwikkeld in vergelijking met leeftijdsgenoten van vóór de pandemie. Daarnaast vertonen baby’s uit dezelfde periode een vertraagde sociaal-emotionele ontwikkeling.
“We hebben geconstateerd dat de woordenschat van peuters na corona aanzienlijk kleiner is dan die van peuters van vóór corona,” aldus onderzoeker Anika van der Klis. Ze vermoedt dat het gebrek aan sociale interacties tijdens de pandemie hieraan heeft bijgedragen. “Kinderen leren niet alleen van hun ouders, maar ook van opa’s en oma’s en vriendjes. Het is essentieel dat een kind met diverse gesprekspartners communiceert, omdat verschillende mensen verschillende woorden gebruiken. Deze variatie draagt bij aan een uitgebreide woordenschat.”
Naast het ontbreken van sociale contacten, speelden ook het wegvallen van uitstapjes naar bijvoorbeeld parken, speeltuinen en zwembaden een rol. “Dit zijn allemaal verschillende situaties waarin een kind nieuwe woorden leert,” voegt Van der Klis toe.
Bij baby’s werden andere effecten waargenomen. De onderzoekers signaleren bij hen een tragere sociaal-emotionele ontwikkeling dan bij leeftijdsgenoten van vóór de pandemie. Dit is zorgwekkend, aangezien goede sociaal-emotionele vaardigheden bijdragen aan beter samenwerken, effectiever conflicten oplossen, gemakkelijker contacten leggen en beter omgaan met emoties. Deze vaardigheden bevorderen een betere mentale gezondheid, wat resulteert in gelukkigere kinderen die beter presteren op school.
De sociaal-emotionele ontwikkeling van baby’s werd gemeten aan de hand van vragenlijsten ingevuld door ouders. Vragen zoals “Kan uw kind zichzelf snel kalmeren als het overstuur is?” en “Huilt uw kind veel?” werden gesteld. De resultaten toonden aan dat baby’s na de pandemie meer sociaal-emotionele problemen vertoonden. De onderzoekers vermoeden dat dit te maken kan hebben met de stress die moeders tijdens de zwangerschap ervaarden of met stress binnen het gezin waarin het kind werd geboren.
De verwachting is dat deze achterstanden op de lange termijn zichtbaar blijven. “Een jong kind heeft woorden nodig om vriendjes te maken en sociale vaardigheden te ontwikkelen, maar ook om lessen op school te begrijpen,” benadrukt Van der Klis. Ze pleit voor extra ondersteuning op het gebied van taal en lezen voor deze groep kinderen, zodat ze de opgelopen achterstand kunnen inhalen. Ouders kunnen hieraan bijdragen door voor te lezen en de schermtijd van hun kinderen te beperken. “Ouders denken vaak dat kinderen leren van tv-kijken, maar de taal- en sociaal-emotionele vaardigheden gaan dan niet vooruit. Als je die achterstanden wilt inhalen, is het veel beter om ze met vriendjes te laten spelen,” adviseert Van der Klis.