Volgens architect Jarno Zaffelli, die verantwoordelijk was voor de renovatie van Circuit Zandvoort, heeft het circuit geen Formule 1 nodig om toekomstbestendig te blijven. De aanpassingen die hij in 2019 en 2020 doorvoerde, maken het circuit ook zonder de prestigieuze raceklasse aantrekkelijk voor coureurs en fans.
De renovatie: een sterke basis
De terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort in 2021, na een afwezigheid van 36 jaar, werd mede mogelijk gemaakt door de inspanningen van prins Bernhard jr. en zijn zakenpartner Menno de Jong. Onder leiding van Zaffelli en zijn bureau Studio Dromo werden essentiële aanpassingen doorgevoerd. Zo werden iconische kombochten toegevoegd aan de Arie Luyendijkbocht en de Hugenholzbocht, met als doel het inhalen te bevorderen en het circuit uitdagender te maken.
Zaffelli kijkt tevreden terug op de samenwerking. Hij prijst de organisatoren van Zandvoort voor hun efficiëntie en teamgerichte aanpak. Volgens hem is het circuit een voorbeeld geworden voor andere locaties wereldwijd.
Fanbeleving en toekomstperspectief
René de Boer, die tijdens raceweekenden als speaker op het circuit werkt, benadrukt de sterke fanbeleving die Zandvoort biedt. Hij roemt ook de creatieve oplossingen voor verkeers- en infrastructuurproblemen tijdens de Formule 1-weekenden.
Hoewel de Formule 1 na 2026 verdwijnt, maakt De Boer zich geen zorgen over de toekomst van het circuit. Dankzij de renovatie kan het nog zeker twintig tot dertig jaar meegaan en blijft het een populaire locatie voor andere evenementen en races.
Zandvoort zonder Formule 1
Zaffelli en De Boer zijn ervan overtuigd dat Zandvoort niet afhankelijk is van de Formule 1. Het circuit blijft aantrekkelijk voor diverse raceklassen en publieksevenementen. Bovendien zorgt de iconische status van het circuit ervoor dat het een blijvende trekpleister zal zijn voor autosportliefhebbers.
